Loflied op defensie vol bijbelcitaten krijgt geleidelijk meer reliëf - THEATERKRANT

Kester Freriks
15 april 2025

Gezien op 14 april 2025, Vliegveld Twenthe, Enschede

Hangar 11 op Vliegveld Twenthe bij Enschede is nu een evenementenlocatie, met een rijke historie. Bij de officiële opening in 1946 deed het dienst als vliegbasis tijdens de Koude Oorlog, meer recent zijn er staaljagers van het model F-16 gestationeerd. Nu speelt De Militaire Passie zich in de hangar af, muziektheater dat als ondertitel heeft Geloof, hoop en liefde als missie. In de tijd van de Goede Week zijn tal van passies in ons land te beluisteren, nu komt daar dus de militaire passie bij.

Het Orkest Koninklijke Luchtmacht met als dirigent Jasper Staps zorgt voor muzikaal vuurwerk met, zoals te verwachten van een militaire kapel, veel koper, lekker stevig aangezet en voluit gespeeld. Acteur Laus Steenbeeke treedt op als verteller en als sergeant-majoor. Steenbeeke, met juiste dictie en mooie vloeiende spreekstijl, verbindt op ingenieuze wijze de passiemuziek, zoals vooral bekend door de Matthäus Passion van Bach, met de lotgevallen van zes soldaten tijdens een strijdvaardige missie in Afghanistan.

Hij verhaalt over degenen die het gevaar zoeken of juist het gevaar ontwijken, daarbij voortdurend citerend uit de Bijbel. Soms is de woordkeuze zalvend en wervend als het gaat over jonge mannen en vrouwen die zich aanmelden bij Defensie. Ze koesteren idealen om de wereld ‘een ietsje beter te maken’ en vrede te brengen, en nemen geen genoegen met een doorsnee bestaan. In de rol van sergeant-majoor geeft Steenbeeke op de Militaire Academie enkele lessen in tijgeren en aanvalstactiek. Geleidelijk zoomt het verhaal in op zes militairen, onder wie hoofdrolspeler soldaat Tom. Ze gaan op vredesmissie, terwijl Toms geliefde Imke thuisblijft.

Al meteen in de dynamische openingsscène klinkt Come Together van de Beatles, daarna horen we tal van buitenlandse en Nederlandse pophits als Major Tom van Bowie en Omarm Me van BLØF. Zang door een groot koor wisselt af met zangpartijen van solisten als Rutger de Bekker, Roosmarijn Luyten, Sjoerd Spruijt en Lisa Schol. Je zou de koorzangen kunnen vergelijken met de koralen van Bach en de solo’s met diens aria’s. Dat is door Anne de Blok en Danny Westerweel, regie en script, slim bedacht. Voeg daarbij de vele Bijbelse vergelijkingen en je krijgt een wat wonderlijk mengsel van lof voor Defensie en een pleidooi voor  krijgsmacht, oorlogsmissie, spanning, vriendschap en zelfs verraad.

De focus ligt op soldaat Tom (Sjoerd Spruijt) die zich laat verleiden tot een missie in een dorp in Afghanistan, dat bezet is door de rebellen. Als zij niet ingrijpen, dan zullen er tientallen burger- en kinderslachtoffers vallen. Hij sleept zijn kompanen mee in de opdracht, maar ze komen in een hinderlaag terecht.

Als één van hen, Daniel, in een vuurgevecht omkomt volgt er een snelle ontwikkeling. De vredesmissie krijgt een ernstige knauw en er komen grote vragen aan bod, zoals die naar de morele juistheid om Nederlandse soldaten in een buitenlands oorlogsgebied heer en meester te laten spelen. Is dat niet arrogant? Waar bemoeien ze zich mee? De rebellen willen geen inmenging van buitenaf, het is immers hún land.

Deze wending in het verhaal geeft aan het optreden van Defensie een diepere betekenis. Als tegen het einde de Last Post door trompet gespeeld wordt, bij het afscheid van Daniel, dan wordt voelbaar wat zich achter de schermen afspeelt van soldaten die terugkeren van een missie. Ze hebben last, zoals Tom, van schuldgevoel, angst, slapeloosheid en maar liefst 8 procent van hen lijdt aan een posttraumatisch stresssyndroom.

De tekst is welbewust abstract gehouden en de speelstijl gestileerd realistisch. De enige geografische informatie die gegeven wordt is die van Afghanistan; jaartallen ontbreken evenals feitelijke gegevens. Nederland nam vanaf 2002 deel aan diverse vredesmachten in dat land, onder meer met de International Security Assistance Force, maar de voorstelling onthoudt zich verder van elke concrete aanwijzing. Er wordt gesproken over ‘rebellen’, maar voor het overige is de naamgeving anoniem.

Aanvankelijk lijkt De Militaire Passie op een loflied op Defensie, maar geleidelijk krijgt het verhaal meer reliëf en komt er ruimte voor twijfel en reflectie. Op verrassende wijze is het onderwerp actueel, gezien de roep vanuit politiek Den Haag om meer bewapening. Dat is een dimensie die de toeschouwer zelf moet bedenken. Het orkest, het ensemble van zangers en de cast verbeelden de strijd om rechtvaardigheid – daar draait het uiteindelijk om – met swingende stijl en zelfbewuste overtuiging, hoewel de vele Bijbelcitaten soms ook het gevoel geven dat je ongewild te gast bent bij een christelijke bijeenkomst; het is te veel van het goede en verzwakt de vertelling. Dat neemt niet weg dat deze passie voor soldaten je zeker aanspoort tot denken en, wellicht, voor betrokkenen bij welke vredesmissie dan ook en hun familieleden een genezend, zelfs helend effect heeft.

Rebellerende arbeiders en rijke fabrikanten in knappe spektakelmusical - THEATERKRANT


Was de sociaal-bewogen priester Alphons Ariëns (1860-1928) die het vurig voor arme, onderdrukte textielarbeiders in Enschede opnam een held of stelde hij teleur? Deze vraag hangt boven de musical Door het stof. In ieder geval bepaalt die vraag het gevoel van Ariëns zelf. Danny Westerweel vertolkt de daadkracht en betrokkenheid, maar ook de twijfel en naïviteit van de ‘rode kapelaan’ uitstekend. En de acteur moet daarbij ook nog eens honderden meters afleggen, want steeds beent hij van de ene zaal naar de andere.

Door het stof, geschreven door Jibbe Willems, is een aantrekkelijke, grote productie met meer dan dertig acteurs, musici en klassiek geschoolde zangers, opgevoerd in twee zalen in Enschede: het Wilminktheater en het aanpalende Muziekcentrum. Het stuk van drieënhalf uur is een tour de force van Theater Producties Twente, samen met de Nederlandse Reisopera en Theater Sonnevanck. Het is gemaakt als onderdeel van Enschede 700 jaar. De regie is in handen van Anne de Blok en Daniel van Klaveren.

De levendige voorstelling met volkstoneel, muziektheater en musical gaat terug in de tijd en belicht de strijd in Enschede tussen de opstandige, want onderbetaalde, straatarme textielarbeiders en de deftige, gefortuneerde textielbaronnen. Tegelijkertijd gaat het stuk over loyaliteit en verraad, familiebanden en onmogelijke liefde. Het is zelfs een tikkeltje Shakespeareaans, met een overduidelijke verwijzing naar de fatale liefde tussen Romeo en Julia.

Het publiek is verdeeld in twee groepen. De ene groep ziet in het Wilminktheater een luxe salon in de villa van textielfabrikant Jan-Ritsaerts (een rol van Laus Steenbeeke).  Zijn zoon Karel gaat zich verloven met Jenne en de lange tafel (die uit de nok van het theater naar beneden zakt) is weelderig gedekt, het ontbreekt de welgestelden aan niets. Ook zoon Doede en zijn zwangere vrouw Geeze zijn te gast.

De tweede groep is op hetzelfde moment in het Muziektheater en is getuige van het armoedige bestaan van de wevers en spinners: hard werken achter de getouwen, de zorgen verdrinken met jenever, maar ook saamhorigheid en groeiende onvrede. Het verhaal wordt van twee kanten belicht.

De verwijzing naar Romeo en Julia is vanaf de eerste scène klip en klaar. Karel gaat zich weliswaar verloven, maar hij heeft een geheime relatie met Saar, de dochter van textielarbeider en weduwnaar Bats. De twee geliefden zien elkaar eventjes als Saar rode wijn levert bij de villa. Rijk en arm, baas en knecht, het zijn twee werelden die elkaar in die tijd in Twente moeilijk verdragen.

Als vader Jan-Ritsaerts de luxe eetkamer binnenstapt, drukt hij zijn jongste zoon op het hart dat zelfs als hij verloofd is, er genoeg achterdeurtjes zijn voor stiekeme pleziertjes. De dubbele moraal van de textielbaronnen openbaart zich. Ze bewaken hun rijkdom, koesteren hun riante leventje en bedenken drogredenen om ongelijkheid in stand te houden.

De oudste zoon Doede (Fabian Jansen), eerder viel hij Saar (Julia Lammerts) lastig met onzedelijke voorstellen, heeft negen opstandige arbeiders ontslagen. Dat zal ze leren, zo roept hij harteloos. Ook de vader van Saar is de klos, die weduwnaar kan zijn kroost niet meer voeden. Doede ligt daar niet wakker van. Zijn vrouw evenmin die heeft zorgen over het ontwerp voor hun nieuwe villa.

De priester Ariëns, ‘zeg maar Alphons’, meldt zich bij de fabrikantenfamilie en neemt het op voor de arbeiders. Hij wordt niet serieus genomen, vijandig bejegend, maar als hij inspeelt op het gevoel van vader Jan-Ritsaers, zelf ook vader, weduwnaar en familieman, groeit er iets van begrip. In die scène komen de kwaliteiten van acteur Laus Steenbeeke erg goed tot hun recht. Hij toont zachtheid, inleving en wil dat Bats terugkeert. Een tel later barst hij uit in uitzinnige woede als een steen door een ruit wordt gesmeten.

Op hetzelfde moment kijkt het andere deel van het publiek naar de groeiende onrust onder armoedige textielarbeiders. De socialist Koops roept op tot een staking. Dat wordt sprekend vormgegeven met een korte choreografie van arbeiders, jong en oud, met houwelen, rijven en zwabbers. In beide scènes, zowel bij de arbeiders, als de fabrikanten wordt gezongen. De teksten van de liederen ondersteunen het verhaal, vullen die soms aan, maar zijn niet altijd goed te volgen.

De vormgeving is origineel en uitstekend uitgewerkt. Aan de achterwand van de salon in de fabrikantenvilla hangen schilderijen. In de lijsten zijn operazangers zichtbaar die zowel de voorouders spelen als de liedjes van de acteurs naar een hoger niveau tillen en tegelijkertijd ontwikkelingen nauwgezet volgen en met hun blikken, soms met een opmerking, becommentariëren. De draaiende schijf waarop de dinertafel staat is ook doordacht. Die schrijf draait voortdurend, waardoor de acteurs steeds in beweging zijn, zelfs als ze op dezelfde plaats blijven. Dat voegt dynamiek toe.

Dynamiek heeft ook burgemeester IJzergat. Die bruut heeft in Nederlands-Indië flink huisgehouden en wil nu in Enschede de stakende arbeiders in de pan hakken. Hij stookt het vuurtje op, al geeft acteur Christiaan Schreuder de rol een licht parodiërende toets.

Ontwerper Joris van Veldhoven gaf het decor bij de arbeiders een sobere uitstraling met een achterwand met spanten en klossen die verwijst naar handbediende machines uit de textielindustrie. Ook duwen spelers mobiele weefgetouwen waarachter arbeiders werken, maar die even later dienstdoen als toog in de kroeg en als kinderledikant.

Door het stof is een intelligente, uitstekend gespeelde productie. Twee scènes op hetzelfde moment in twee zalen, dat zorgt voor vaart. Decors wisselen is niet nodig en er is plek voor een dubbel aantal toeschouwers. Die beleven een voorstelling die aansluit bij de bewogen geschiedenis van de Twentse stad waar die wordt gespeeld. Het verhaal is weliswaar fictie, de achtergrond waarin het speelt, ongelijkheid en onrechtvaardigheid in de textielindustrie waarin rond 1900 zo’n 50.000 mensen in Enschede werkzaam waren, klopt als een bus. De link met de historie biedt context en impact, zonder dat het stuk zich verliest in nostalgie en vals sentiment.

Nog even over het vele lopen van Alphons Ariëns. Hij speelt net als Saar en Karel in beide scènes. Dat betekent dat hij snel van de ene zaal naar de andere moet rennen. Theater uit, straatje oversteken, bij het andere theater naar binnen. Het publiek ziet het niet, beseft het wel.

In het afsluitende derde deel staan de toeschouwers om een lange catwalk. Daar verschijnt Ariëns. Zit hij in een droom, is dit het hiernamaals? Dat blijft onduidelijk. Hij spreekt zijn twijfel uit, schuldbewust. Achter een lange tafel op het toneel zitten alle hoofdrolspelers, arbeiders en fabrikanten. Het lijkt een tribunaal. De moraal: niets is perfect, niemand is perfect, dat is ook de huidige tijd niet, maar het goede in de mens is lovenswaardig.

Het slotstuk roept vooral vragen op, hoezo, waarom, en kan niet in de schaduw staan van de twee voorgaande delen.

Door: Joost Goutziers

De Schone Van Boskoop – 800 jaar Boskoop ★★★★★ Musicalworld

EEN VOORSTELLING OVER HET MAKEN VAN EEN VOORSTELLING, OVER 800 JAAR BOSKOOP. EEN PLAATS ZONDER INDRUKWEKKENDE HISTORISCHE GEBEURTENISSEN. HET BLIJKT EEN GOUDEN GREEP, WANT HET LEVERT EEN GRANDIOZE MUSICAL OP.

Misschien dat er jongeren zullen denken dat ‘de schone van Boskoop’ een aflevering is van ‘Het Mooiste Meisje van de Klas’, ouderen zullen meteen denken aan een appel. Die kennen we nu als de goudrenet, en, zoals Geertje in de voorstelling zo treffend zegt, die is inmiddels net goed genoeg voor appelmoes. De appel wordt al jaren nauwelijks meer geteeld in Boskoop, dat zich vooral specialiseert in sierteelt.

Het dorp bestaat 800 jaar, al is het inmiddels onderdeel van Alphen aan de Rijn, en onder de festiviteiten mag natuurlijk een theatervoorstelling niet ontbreken. Mogelijk door corona, maar ze zijn niet de enige gemeente. In Gouda en Zwammerdam zijn in deze periode ook speciale voorstellingen, maar deze in Boskoop kent een cast vol professionals. Nu is er wel een probleem. Waar Zoetermeer bijvoorbeeld jaarlijks iets kan doen met oprukkende geuzen naar Leiden, is er in Boskoop eigenlijk nooit iets echt historisch gebeurd. Het ontstaan in 1222, door nonnen, waarbij de belofte werd gedaan er geen turf te steken, en het dus niet zoals Vinkeveen of Reeuwijk tot een plassengebied is verworden. Een verwoestende brand in 1753, die eigenlijk niet heel verwoestend was. Of het bezoek van koningin Wilhelmina in 1935, waar prins Hendrik geen zin in had; hij kwam niet mee.

De oplossing voor dit gebrek aan historisch thema is even simpel als doeltreffend. Juist die zoektocht naar het thema wordt het thema, en dus is de ‘Schone van Boskoop’ vooral een stuk over het maken van ‘De Schone van Boskoop’. Twee wat ouderen: Leon, nogal dominant en grootsprakig, en Geertje, realistisch maar ook wat zuur, maar wel met de nodige humor. En twee jongeren: Isabel, schooljuf die (door Leon) in de rol van regisseur wordt geduwd omdat ze groep 8 musicals heeft geregisseerd, en Tim, een vertederende, wat naïeve jongen. Leon heeft de lokale journalist opgetrommeld voor groot nieuws, om vervolgens niet meer te leveren dan een groepsfoto bij het decorstuk, een enorme appel, en een blabla verhaal over Boskoopse appels en the Big Apple. Hij raakt zo betrokken in het maakproces. Maar als niemand met een idee komt dat de goedkeuring van de anderen kan wegdragen, lijkt er maar één oplossing: de Bekende Nederlander. Het is dit verhaal dat vol zit met humor, en de nodige lokale verwijzingen. Het mooiste is echter de persoonlijke verhaallijn van Isabel, die door het stuk heen speelt. Beginnend met twee kinderen die de appeloogst binnenhalen, met een vrij dominant jongetje. Door het stuk heen verschijnt dit knulletje, haar oudere broer, een aantal keer, zwijgend als geest van het verleden. Dat verleden, een stugge, traditionele vader, onuitgesproken gevoelens en erkenning: het zorgt voor een hoop pijn.

Tess Merlot is met de musicalbril op het minst bekende gezicht op het podium. Ze blijkt een weergaloos zangeres (haar vak) maar speelt Isabel ook nog eens bijzonder fraai. Dit willen we haar graag vaker zien doen. Met Erik Brey en Frédérique Sluyterman Van Loo (Leon en Geertje) staat een hoop theaterervaring op het podium. Comedy is Brey niet vreemd, als onderdeel en tekstschrijver van Purper, en hij voelt zich dan ook prima thuis in de rol van Leon. Frédérique Sluyterman Van Loo zet haar rol neer zoals ze dat altijd doet: helemaal geweldig. Jary Sluijter is als Tim ontwapenend en zeer overtuigend in de jeugdige onnozelheid van zijn karakter. Bijvoorbeeld het moment waarin hij de BN-er aanzien voor heel iemand anders, weergaloos. Hanno van der Loo zagen we eerder in semiprofessionele producties als Man op Duivelseiland en Lelies. Als hoofdredacteur zal hij ongetwijfeld de journalistieke ervaring hebben, die bijzonder nuttig zijn in deze rol. De wat subtielere dingen als het proberen te maken van een foto terwijl het onderwerp niet meewerkt zijn heel herkenbaar. Of een echte journalist zich zo zou inlaten met worstelende theatergezelschap is maar de vraag, maar hij speelt het zo goed, dat we wel in de situatie geloven. Tenslotte de bekende Nederlander, die zichzelf speelt. Ben Cramer. Hoe getrouw het beeld is, blijft vaag natuurlijk, maar na een opkomst in motorpak onder de klanken van The Phantom Of The Opera, mopperend op de hefbrug van het dorp, kan hij niet meer stuk. En over zijn deelname “Als het niets wordt, wie weet waar Boskoop ligt?” Wat hij met het stuk (in het stuk) is wel erg ongeloofwaardig, maar het spel als klankbord van Isabel is wel weer heel mooi. De twee kinderrollen worden in wisselende bezetting gespeeld.

Jan Tekstra, je kent ongetwijfeld liedjes die hij ooit schreef, tekende voor script, muziek en liedteksten. Dat het script geslaagd is, blijkt uit het bovenstaande en ook de liedjes liggen lekker in het gehoor. Er is inmiddels bijna geen decor waarvoor Joris van Veldhoven niet verantwoordelijk voor is, en daar hoort ook deze productie bij. Het oogt simpel maar is ook mooi. Anne Suse de Blok wordt gezien als een talent in regie, en deze productie maakt ze dat waar. Van grotesk tot breekbaar, in een heldere enscenering, speelt ze mooi met de gevoelens van het publiek.

Met zo veel bekende namen mag je zeggen dat deze voorstelling serieus is aangepakt. Er is zelfs een fraai programmaboek, waarin ook de volledige tekst van het lied “Boskoop - Veel mooier wordt het niet” staat. Het refrein mag worden meegezongen, en dit kun je ook terugvinden op de flyer van het programma. Dus zorg dat je een van de twee bemachtigd.
De Schone van Boskoop is een stuk, dat niet alleen leuk is voor de lokale bevolking, al zullen zij de grappen die heel specifiek voor Boskoop zijn beter begrijpen. Dolkomisch, en zeker ook ontroerend, kijkt de voorstelling lekker weg. We kennen allemaal wel een Leon of Geertje, velen van ons leven in plaatsen zonder relevante historie, en worstelen met het verleden, met ouders en verwachtingen zal velen niet vreemd zijn. Al zal het voor mij zeker meespelen dat de dramatische verhaallijn extra hard binnenkomt, omdat het grote overeenkomsten vertoont met wat er bij een vriendin van mijn broer is gebeurd, al was dat één dorp verder. Ruim vier sterren voor de willekeurige bezoeker; één extra voor Boskopers en iedereen die wel eens vloekend voor de hefbrug heeft gestaan.

door Jeroen; Musicalworld

Van Katoen en Water: 602 jaar Almelo ★★★★☆ Musicalworld

ALMELO HEEFT EEN TRADITIE OPGEBOUWD VAN STERKE VOORSTELLINGEN OP LOCATIE ROND LOKALE THEMA'S. 'VAN KATOEN EN WATER' IS DE DERDE EN OOK DEZE IS EEN HELE BELEVENIS. HUMOR EN ONTROERING, GESCHIEDENIS EN HEDEN, GROOTSCHALIGE EN KLEINE SCÈNES. MET EEN MAGISTRALE LAUS STEENBEEKE IN DE HOOFDROL

Het heeft even geduurd, maar de voorstelling rond het 600-jarig bestaan van de stad Almelo is eindelijk te zien.  Twee keer eerder was er al een grootschalige buitenmusical, en dit is de laatste, althans, op de huidige locatie. Op het Indië-terrein, ooit een vervallen industriecomplex, worden volop woningen gebouwd. Over dit ‘zwarte gat’ wordt door een helderziende bewoner in het verleden in de voorstelling al een opmerking gemaakt.

Net als de eerdere twee is een bezoek ook ditmaal meer dan een bezoek aan een theatervoorstelling. Bij binnenkomst wordt je ontvangen door de stadsomroeper, en een zangkoor. Er is een sfeervolle, gezamenlijke eenvoudige driegangenmaaltijd met stamppotten vooraf. Naast het doe-het-zelf slagroomkloppen bij het toetje aan tafel (altijd grappig om te kijken hoe de emancipatie aan de diverse tafels is gevorderd) is er ook verzorgd entertainment. Aan tafel barst een discussie los tussen arbeiders wie er het hardste werkt. En fraai lied na de maaltijd en de opening van de poort is dan het startsein de plaatsen op de tribunes in te nemen voor de eenakter van ongeveer anderhalf uur.

Van Katoen en Water is een reis door de geschiedenis van Almelo, met een glansrol voor Laus Steenbeeke. Hij speelt voormalig stadsarchivaris Bertus Hondebrink, die zijn dagen slijt met de geraniums (de rand van het speelvlak staat er vol mee) en de gedachten aan zijn overleden vrouw en de historie van de stad. Hij is een verwarde man. In zijn hoofd gebeurt veel: geschiedkundige gebeurtenissen rond de stad worden vermengd met de eigen herinneringen en fantasieën, de ontmoeting met zijn jeugdliefde Soofie en de weerstand rond deze relatie. Hij wordt zo nu en dan bezocht door verpleegster Stella, die wel geeft om de norse mopperpot. Eentje met de nodige humor: “De wereld gaat ten onder. Klimaat, Oekraïne, Heracles.” In het verleden blijken er altijd wel gewone mensen de dupe van de historische ontwikkelingen, of het nu oorlog of natuurgeweld is, of menselijk falen.

We gaan terug naar het ontstaan van de stad, de bezetting door de Spanjaarden, of de overstroming van 1946.Een van de mooiste scenes is die rond de cholerapandemie, waar mooi gespeeld wordt met de beeldspraak die de afgelopen twee jaar over ons werd uitgestort, en ook het bij het oproer dat ontstond toen de kermis toen werd afgelast liggen treffende gelijkenissen. De moord op de procureur in datzelfde jaar, met een voor de hand liggende verdachte: een gewone timmerman wiens bezittingen openbaar werden geveild, waaronder een nachtspiegel en de petjes van zijn kinderen. In elk van die verhalen speelt de liefde tussen Gijsbert en Sofia wel weer een rol, met bijrollen voor de broers, waarmee Bertus gebrouilleerd is geraakt.

Laus Steenbeeke is fenomenaal in de rol van Bertus, in woord en in beweging. Renée de Gruijl is sterk in de rol van Stella, zeker als ze het gemis aan liefde van zich af mag zingen. Het is een verhaallijn die wel wat fragmentarisch aandacht krijgt, maar mooi wordt gespeeld. Ook het jonge liefdespaar Gijsbert en Sofia wordt fijn vertolkt door Bart Klop en Merel Kappenburg. De beide broers zien we in die rol pas tegen het einde van de voorstelling. Al eerder zijn zij te zien als de kibbelende landman (André Manuel) en waterman (Laurens ten Den) in het verhaal rond het ontstaan van de stad. Dit gaat uiteraard met de nodige humor gepaard.

De tweedeling tussen land en water zien we ook terug in het ensemble, waarvan de helft in kaki kostuums is gekleed, en de andere helft is gekleed in donkerblauw. Dit basiskostuum, deels rok deels pak, wordt dan bij diverse scenes met een kleine accessoire of aanpassing gemakkelijk omgewerkt tot bepaalde rollen. Het decor, met twee vijvers, waartussen een hellend vlak ligt, oogt eenvoudig, maar verbergt toch wat verrassingen. Met het vallen van de duisternis zorgen de achterliggende fabriekshal en de belichting voor een zeer sfeervol geheel.

De songs van Fons Merkies (met tekst van Jan Tekstra) zijn deels regelrechte oorwurmen, en deels passen ze prima in de sfeer van het verhaal. Het script is wat complex van structuur door geschiedenis en persoonlijke verhalen te verweven. Daaromheen een schil van de realiteit, waarin Stella zich begeeft, en ook de broers. Daarnaast heeft schrijver Laurens ten Den er nog een ode aan de zorgmedewerker en een statement over migratie in verweven en zitten er kwinkslagen naar het heden in, zowel landelijk als regionaal. Als publiek moet je dus goed opletten, al heeft Anne de Blok het zo overzichtelijk mogelijk geregisseerd. Voor mensen die het Twents niet machtig zijn is het zeker ook een leuke voorstelling, maar zij hebben wel een flinke uitdaging om het zo goed mogelijk te verstaan.

In de regio Twente zijn de laatste jaren prachtige locatievoorstellingen in de open lucht gemaakt. Je zou willen dat andere delen van Nederland hierin volgen. “Van Katoen en Water” is het laatste deel van een trilogie. Laten we hoop putten uit het feit dat ze dat bij Star Wars, Indiana Jones, The Matrix etc. ook hebben gezegd. Wij kunnen niet wachten op het vervolg. Deze voorstelling is verlengd tot en met zaterdag 17 september. Mocht je echt geen trek hebben in de maaltijd, voor de toegevoegde voorstelling zijn, weliswaar beperkt, ook kaarten voor alleen de voorstelling beschikbaar.

door Jeroen; Musicalworld

Zo moet een grootschalige stadsmusical er dus uitzien ★★★☆☆ VOLKSKRANT

De jonge regisseur Anne de Blok heeft alles uit haar bijna veertigkoppige ensemble gehaald.

De locatie van de voorstelling Van katoen en water is goed gekozen: midden op het Indië-terrein in Almelo is een tribune voor 750 man publiek neergezet en een enorm breed podium gecreëerd. Daaromheen staan de nieuwe huizen van de stad – waar ooit de textielfabrieken van Ten Cate stonden, wordt nu een moderne woonwijk uit de Twentse grond gestampt. Verleden en heden komen aldus fraai samen op deze plek.

Deze locatievoorstelling was bedoeld om in 2020 de viering van 600 jaar stadsrechten luister bij te zetten, maar kan door de coronapandemie nu pas gespeeld worden. Geen probleem, want de kaartjes vliegen de deur uit. Wederom wordt duidelijk dat het publiek maar wat graag naar theater wil als het maar op locatie is, over de eigen regio gaat, en bovendien iets van een evenement heeft. In dit geval is het theater-all inclusive, met vooraf een gezamenlijke maaltijd in een oude fabriekshal. Ook al is het 30 graden, de pot schaft stamppot boerenkool met worst en hutspot met stoofvlees. Culinair gesproken is er niets veranderd in Twente.

In Van katoen en water passeert zeshonderd jaar Almelo in vogelvlucht de revue. De vorm is die van een raamvertelling: de oude Almeloër Bertus Hondebrink was ooit stadsarchivaris, maar slijt zijn dagen nu in een verzorgingshuis, waar hij terugkijkt op zijn leven. Van daaruit wordt een scala aan korte scènes gespeeld waarin veel aan bod komt: de textielindustrie die teloor is gegaan, de Spaanse overheersing, de watersnood in 1936, de cholera-epidemie in 1866, en nog zo het een en ander. ‘Ik wandel door de tijd’, zegt Bertus, die af en toe een beetje de weg kwijt is.

Het script van Laurens ten Den is behoorlijk fragmentarisch en warrig, alsof alles even aan bod moest komen. Bovendien zijn er een paar verwijzingen naar #MeToo en de klimaatcrisis die wat geforceerd aandoen. Wel mooi is hoe het leven van Bertus in het teken staat van zijn grote liefde, zijn inmiddels overleden echtgenote Soofie, een half-Armeense vrouw die de wereld wilde verkennen, maar terecht kwam in Almelo. De voorstelling begint met een romantisch dansende Bertus en Soofie, en eindigt daar ook mee, en dat is ontroerend.

Naast Laus Steenbeeke als Bertus valt vooral Renée de Gruijl als zijn verpleegster op: een goede actrice met een prachtige stem. Ook cabaretier André Manuel doet mee en onderscheidt zich vooral door zijn feilloze Twentse dialect, wat voor een niet-Almeloër nog knap lastig is.

‘Geschiedenis gaat over verhalen, niet over jaartallen’, wordt er gezegd. Die verhalen worden vooral getoond in de grote ensemblenummers, die hét pluspunt van deze productie zijn. De jonge Anne de Blok heeft in haar regie alles uit haar bijna veertigkoppige ensemble gehaald, met groots gemonteerde massascènes, prachtige koorzang en een sfeervolle belichting. Ook de composities van Fons Merkies zijn meeslepend en ingetogen. Weldadig ook dat een groot orkest onder leiding van Jos Pijnappel die muziek gloedvol speelt. Zo moet een grootschalige stadsmusical er dus uit zien.

Hein Janssen28 augustus 2022, 19:06

Almelose stadsmusical met fijne ironie THEATERKRANT

Textielstad Almelo bouwt aan een fraaie traditie van ‘stadsmusicals’ die de eigen stad en haar geschiedenis tot onderwerp hebben, bijna aldoor voorzien van een fijne dosis droge humor. Na Van katoen en nu en Het verzet kraakt heet de derde Van katoen en water. Hiermee is de Almelo-trilogie voltooid. Plaats van handeling is het zogenoemde Indië-terrein in het hart van de stad, waar de textielfabrieken van onder meer Ten Cate waren gevestigd. Het speelveld ligt tegen de zijkant van de voormalige fabrieken aan, zodat het publiek zicht heeft op het kenmerkende zaagtanddak.

Een lange rij geraniums bakent de bühne af. Acteur Laus Steenbeeke, voormalig stadsarchivaris, slijt zijn dagen ‘achter de geraniums’. In zijn rol van Bertus Hondebrink is hij dement. Hij verwijlt in de herinnering, allereerst aan zijn overleden vrouw Soofie, maar meer nog aan de bewogen, rijke Almelose historie. Volgens de ondertitel belicht de musical ‘een slordige 600 jaar geschiedenis’. Dat is veel, alomvattend veel zou je zeggen. Aanjager van de terugkeer in de geschiedenis is Steenbeeke zelf die in zijn ouderdomsverbeelding tal van historische scènes de revue ziet passeren. Zijn persoonlijke verpleegster Stella, een prachtig toegewijde rol van Renée de Gruijl, gaat met hem mee in dat verleden.

Op papier is het een behoorlijk ingewikkeld verhaal, zoals tekstschrijver Laurens ten Den het heeft opgesteld. Er is een tweede verhaallijn waarin de jonggeliefden Soofie (Merel Kappenburg) en Gijsbert (Bart Klop) elkaar willen winnen, maar zij is van het water en hij van het land – en hun beider vaders verhinderen dat. In de kostumering (door Sasja Polder) zien we dat terug: de watermensen zijn blauw gekleed, de landmensen zandkleurig. André Manuel vertolkt de Landman en Ten Den de Waterman. Geleidelijk aan verdwijnt deze liefdeslijn uit het verhaal en nemen historische scènes de overhand, waaronder het uitbreken van de Franse Revolutie (1789), de Franse tijd in Nederland, het stichten van de eerste textielfabrieken in de negentiende eeuw en het verval ervan in de jaren zeventig van de vorige eeuw.

De musical met liedteksten van Jan Tekstra en muziek van Fons Merkies is eerder een mozaïek van telkens in de tijd verspringende scènes dan een voorstelling met een dragende verhaallijn. In de regie van Anne de Blok en met live muziek onder leiding van dirigent en arrangeur Jos Pijnappel is Van katoen en water vooral een musical opgebouwd uit ingrediënten die echt des musicals zijn: een liefdesverhaal met gevoelige duetten, de symboliek van vrijheid uitgedrukt door de vlucht van kraanvogels, de liefde van verpleegster Stella voor Bertus en enkele maatschappelijk-historische incidenten. Kortom: wat het hart beroert.

De glansrol is weggelegd voor Steenbeeke als Bertus. Het is onwaarschijnlijk knap hoe hij met een enkele schouderbeweging, een blik, een juist gekozen woord of een gebaar de dementie en het verwijlen in andere tijden vertolkt. De muzikale begeleiding en de zangkwaliteiten zijn helemaal in orde, met De Gruijl als een heel erg gloedvolle Stella. In de samenzang hapert er soms iets, maar dat geeft juist ook weer een authentiek cachet aan het geheel.

Wat misschien nog wel uniek is aan deze Almelose stadsmusical is de frisse, opgetogen humor ervan. De woorden ‘Almelo’ en ‘Almeloër’ worden op diverse manieren uitgesproken, soms liefdevol, dan weer ironisch. De inmiddels in Nederland wereldberoemde uitdrukking van Herman Finkers dat er ‘in Almelo altijd wat te doen is’ krijgt vele variaties. Ook de spontaniteit waarmee het Almelose dialect wordt gebezigd, is verrukkelijk. Al is Van water en katoen als geheel hybridisch en nogal los van samenhang, het is vooral Laus Steenbeeke die het Almelose verhaal groots maakt.

Kester Freriks  
27 augustus 2022

Musical over stijlvaste Coco is lekker luchtig ★★★★☆ NRC

De musical 100% Coco, gebaseerd op het gelijknamige boek, is een vrolijke voorstelling over trouw blijven aan je eigen stijl. De drie acteurs die alle rollen spelen, maken een spetterend theaterdebuut.

Tussen de grijze muizen op haar nieuwe school is Coco een kleurrijke verschijning. Ze is dan ook de hele dag met mode bezig en werkt in een kledingwinkeltje. Haar geheel eigen stijl valt alleen niet in de smaak bij de ‘mode-politie’: de populaire meisjes op school, die vinden dat niemand uit de toon mag vallen. Daarom besluit Coco incognito een modevlog te beginnen om haar stijl-evangelie toch te kunnen prediken.

De musical 100% Coco (vanaf 9 jaar) is gebaseerd op het gelijknamige boek van Niki Smit, dat in 2017 werd verfilmd. Het verhaal is typisch ‘young adult novel’-materiaal: natuurlijk heeft Coco een stoere vriendin als sidekick en is er een knappe klasgenoot, waarop ze verliefd wordt. De boodschap die meermaals wordt herhaald: blijf vooral jezelf. Oftewel: als jij een fluorescerend jasje aan wilt trekken of een baret op wil zetten, moet je dat lekker doen.

Hoewel het verhaal niet heel origineel is, heeft de musical een prettige luchtige toon en zijn de personages uitgesproken. De cast bestaat uit drie acteurs, die stuk voor stuk wervelend hun theaterdebuut maken. Claudia Kanne (bekend van tv-serie Spangas) speelt Coco met humor en is ontwapenend in haar pogingen om trouw te blijven aan zichzelf. Suzanna Pleiter en David van Dam spelen alle andere rollen: van een vader tot vervelende klasgenoten of mode-iconen als Jean Paul Gaultier en Coco Chanel. Een hoogtepunt is Pleiters rol als de excentrieke eigenaresse van ‘Boutique de Paris’, waar Coco werkt. De chemie tussen beide actrices knalt van het toneel.

Alle scènes zijn speels vormgegeven door middel van tekeningen in lijn met het oorspronkelijke boek. Regisseur Anne de Blok zet deze cartooneske insteek door in de speelstijl en het ritme van de voorstelling: er zijn flitsende dansjes, een rookmachine om de spanning op te voeren en rappe decorwisselingen, waardoor het publiek moeiteloos bij de les blijft. Ook de vlotte nummers passen hier mooi in, met hun pakkende melodieën. Scriptschrijver Daniël Cohen heeft flink moeten snoeien om het verhaal geschikt te maken voor een musical van een dik uur, met slechts drie acteurs. Hoewel de afronding misschien wat snel gaat, heeft dit goed uitgepakt: 100% Coco is een vrolijke voorstelling over vriendschap en anders zijn op de middelbare school.

Elisabeth Oosterling

Brugklas: de serie als musical ★★★★☆ Musicalworld

DE TELEVISIESERIE HEEFT DE WEG NAAR HET PODIUM GEVONDEN. ACTUELE JONGERENTHEMA'S ZIJN IN DEZE VOORSTELLING MOOI VERPAKT IN EEN STERK VERHAAL.

De televisieserie Brugklas is al een aantal jaren een hit op televisie. De quasidocumentaire over een fictieve brugklas, met acteurs die wel iets ouder ogen dan de rollen die ze spelen, blijkt aan te slaan bij die leeftijdscategorie.  Uiteraard staat hun belevingswereld in de serie centraal, en worden actuele thema’s behandeld. Dat geldt ook voor de musical die nu is gemaakt.Brugklas- de musical kent een aantal bekende figuren uit het huidige seizoen van de serie, of recente eerdere.  Jamie, Emma en Selma zijn leerlingen op het Willem Alexander College. Max keert terug als medewerker van de mediatheek, en tenslotte is er ook een nieuw gezicht.  Bram komt als nieuweling op de school. De directeur van de school is wel te zien, maar niet te horen. Bekend zijn met de serie is overigens niet echt nodig. Ook zonder voorkennis is het een leuke voorstelling.

Deze musical sluit qua sfeer prima aan op de serie. We horen als publiek overdenkingen, om vervolgens weer verder te gaan met wat er gebeurt. Dat er iets goed mis zal gaan is al snel duidelijk. Het wordt ons kort na het begin verteld door Emma. De tijd rolt terug (leuk gevisualiseerd), en zo komen we te weten wat voor puinhoop ze op haar geweten heeft. Het begint zo feestelijk. Op Koningsdag zal het koninklijk paar langskomen, en het lijkt directeur Folmers een leuk idee om een musical te maken, over Willem van Oranje. Daar zijn een hoop mensen enthousiast over. Emma wil graag meespelen, Max wil er muziek voor schrijven, en Selma zorgt voor de teksten. Jamie Volmers daarentegen is minder enthousiast. Zij vreest dat zij mee moet spelen, en ziet dat echt niet zitten. En dus zet ze alles in het werk om dit plan te saboteren. Ondertussen is er ook een nieuwe leerling op school. Deze Bram spreekt velen aan. Selma ziet hem wel zitten. Max vindt het leuk dat hij hetzelfde heet als zijn vis, en wil een soort mentor voor hem zijn. Alleen Emma lijkt minder enthousiast. Bram blijkt voor haar geen nieuw gezicht, maar het duurt wel even voor onthuld wordt wat hier aan de hand is. Wat volgt is een sterk staaltje manipulatie van Jamie, spanningen die hoger en hoger oplopen, en een fraai gevalletje van keuzes die je moet maken als er tegengestelde belangen zijn. Wat doe je als eerlijk zijn tegen de één voor een andere vriend een probleem is.

De van de serie bekende gezichten heeft natuurlijk televisie-ervaring, maar ook op het podium staan ze hun mannetje. Ze overtuigen in hun rol. Niek Roozen is de macho, die wel erg ouderwetse man-vrouw denkbeelden heeft voor iemand die zichzelf vrouwvriendelijk vindt. Claire Veldkamp weet haar minder charmante acties als Jamie goed te motiveren, zodat ze geen stereotype manipulatieve trut wordt. Belle Zimmerman weet haar enthousiasme voor een musicalrol mooi te combineren met een feministische drive. May Hollerman is aardig, mooi vertwijfeld als ze tussen twee vuren zit, en vertederend als ze wat voor Bram blijkt te voelen. De televisienamen houden zich zingend goed staande, al is de onervarenheid in die discipline soms wel hoorbaar. Dat geldt niet voor Jary Sluijter als Bram. De afgestudeerde van Fontys muziektheater zingt prachtig, en weet ook onmiddellijk het publiek te charmeren. Zijn pittige onthullingen zullen zodoende ook de grootste conservatief in de zaal milder doen stemmen.

Wie niets over de ontknoping wil lezen, moet nu stoppen (en zelf gaan kijken). Doorgaans geldt natuurlijk bij dit soort voorstellingen: geen probleem is zo groot dat het niet kan worden opgelost, en dat is in dit geval ook zo. De uitgevoerde musical is een knaller van een afsluiter. Qua muziekstijl is het een Nederlandse Hamilton (de hip(hop)ste musical op Broadway) , maar dan wel eentje met een enorme dosis humor. Het is een extra feestelijke kers op de taart, die de enthousiaste spelers ervoor hebben gecreëerd. In z’n totaliteit is Brugklas die kleine en grotere thema’s aansnijdt in een sterk verhaal. Met als pittigste natuurlijk het omgaan met iemand die transgender is. (Ik had degenen die niet van spoilers houden gewaarschuwd niet verder te lezen.)
Brugklas is nog tot en met begin april te zien in diverse theaters in het hele land.

door Musicalworld Jeroen 14-10-2019

Brugklas de Musical, zeer verrassend ★★★★☆ Theaterparadijs

In 2017 won de televisie Brugklas De Gouden Stuiver. De prijs voor het beste jeugdprogramma op de Nederlandse televisie. Het programma gaat over het dagelijkse leven van vijf brugklassers op het Koning Wilhelm Alexander College afgekort het KWAC. Thema’s als ouders, homofilie, pesten etc komen in deze serie aan de orde. Brugklas is vooral populair onder jongeren van tien tot en met dertien jaar.

Nu is er dan een musical gemaakt met de naam Brugklas de Musical. Wij zijn op het Koning Wilhelm Alexander College en met Koningsdag dit jaar zal het Koninklijk echtpaar een bezoek aan deze school brengen. De directeur van de school ( alleen hoorbaar als voice over ) heeft het idee opgepakt om een speciale musical te maken om die te laten zien als Willem Alexander en Maxima die school bezoekt.
Jamie, de dochter van de directeur ( Claire Veldkamp ) ziet dit idee totaal niet zitten en ze bedenkt een plan om dit idee van haar vader te boycotten.

Niek Roozen ( Max ), May Hollermann ( Selma ), Belle Zimmerman ( Emma ) en Claire Veldkamp (Jamie ) waren al te zien in de televisie serie en net afgestuurde acteur Jary Sluijter ( Bram ) maakt in Brugklas de Musical zijn theaterdebuut. Dat niet alle acteurs en actrices veel theaterervaring hebben is te zien. Maar voor deze voorstelling is dat meer een pré. Het geeft het verhaal meer originaliteit mee. De besproken thema’s in de voorstelling zoals transgender zijn, pesten, verliefd zijn, jaloezie en het hormonale puber gedrag van jongens wordt op een luchtige maar goed aanwezige manier in het verhaal verweven.
Soms had er van mij wel iets meer emotie in het spel getoond mogen worden, maar al met al is de voorstelling mooi in balans.
Dit geldt ook voor de zang. Niet iedere noot wordt altijd spat zuiver gezongen, maar als er gerapt wordt dan knallen de woorden als geweerschoten de zaal in.
Deze theatermaagdelijkheid van de spelers geeft de voorstelling echt een heel mooie ontwapenende laag mee. Die zeker bij de doelgroep goed zal aanslaan.

Het script en de liedteksten zijn geschreven door Daniël Cohen die zich met het taalgebruik richt op de doelgroep van deze voorstelling ( 9+ ), die zich zeker hierdoor goed zal herkennen in deze voorstelling. Voor de wat oudere bezoeker, zoals ondergetekende, een bron van nieuwe termen en spraakgebruik.

Het decor is ontworpen door Kathelijne Monnens en zit vol met inventieve oplossingen. Deurtjes van de lockers zijn ook de tafeltjes in de klas. En zou zit het decor vol met creatieve vondsten.

Om van alle elementen van de voorstelling één geheel te maken heb je een goede regisseur nodig, dat was mijn grootste verrassing van de avond. Brugklas de Musical is het regie debuut van Anne de Blok. Anne heeft gestudeerd aan Artez Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem en is als actrice zo’n gedreven theaterdier of beter gezegd een theaterbeest. Dat zij van producent Michiel Morssinkhof de kans heeft gekregen om deze productie te regisseren is een unieke kans voor haar om te laten hoeveel talenten zij heeft. De voorstelling staat als een huis. Hier en daar zal er best nog wel wat bijgeschaafd mogen worden maar Anne de Blok heeft haar taak duidelijk met verve uitgevoerd.

Aan het begin, bij het openingsnummer van de voorstelling, gaat de zaal meteen uit zijn dak. Even was ik bang dat gedurende de hele voorstelling dit de basis zou gaan worden. Maar als het verhaal zich steeds meer in detail aan het publiek voltrekt wordt het steeds rustiger en is iedereen aandachtig aan het luisteren en kijken. Ik ga niets verklappen over het einde van de voorstelling maar in dit nummer is de kwaliteit en kracht van choreografe Chiara Re goed te zien. Wat is dit vol met energie en zo retestrak gemaakt. Het tweede moment dat de zaal weer helemaal los gaat.

Dat Michiel Morssinkhof niet over één nacht ijs is gegaan met deze voorstelling kan ik mij goed voorstellen. Dat hij een voorstelling op de planken zet die gebaseerd is op een zeer populaire televisie serie, dwingt respect bij mij af. Dat hij geslaagd is om een voorstelling te maken, die aansluit bij de groep jongeren die midden in deze levensfase zit, daar ben ik van overtuigd.

door Theaterparadijs Andy Doornhein 14-10-2019

‘Musical The Great Gatsby volgend jaar te zien in Nederland’

10 augustus 2021, 07:30 - Redactie

Producent Michiel Morssinkhof maakt vandaag bekend dat The Great Gatsby Musical in seizoen 2022 – 2023 te zien zal zijn in de Nederlandse theaters. De musical is gebaseerd op de gelijknamige klassieker van F. Scott Fitzgerald, één van de meest succesvolle boeken allertijden en bekend van de grootschalige film uit 2012. The Great Gatsby speelt zich af in de roaring twenties van de vorige eeuw en gaat spelen in de nieuwe roaring twenties (…)

‘Boskoop staat centraal in theaterproductie met landelijke allure: ‘Uit liefde voor het dorp’

De crème de la crème van Nederland is er al mee bezig. Topprofessionals op het gebied van licht, geluid en regie bereiden zich voor. De theaterproductie De Schone van Boskoop, ter ere van het 800-jarig bestaan van het kwekersdorp, krijgt landelijke allure. Hoofdrolspeler Ben Cramer en zangeres Tess Merlot warmen het publiek (…)

'Theaterproductie over historie van Almelo kan opnieuw niet doorgaan: ‘Uitstel, geen afstel’

ALMELO - Het is ook dit jaar door corona niet mogelijk de theatervoorstelling ‘Almelo met recht 600 jaar’ op te voeren. Voor de tweede keer hebben de initiatiefnemers besloten de vrolijke musical rond 600 jaar stadsrechten door te schuiven, naar voorjaar 2022. Producent Gerard Cornelisse blijft ondanks deze tegenslag optimistisch over het welslagen van het spektakel (…)